Door de twee onderbroken seizoenen, vanwege de corona maatregelen, is het alweer ruim drie jaar geleden dat het beloftenteam van Sparta Rotterdam op bezoek kwam op het sportpark Panhuis. Maar nu zo langzamerhand het ‘oude normaal’ is teruggekeerd kan en mag G.V.V.V. weer gastheer zijn voor de runner-up in de Jack’s League.
Drie jaar zult u wellicht zeggen, is het al weer zolang geleden dat Jong Sparta op bezoek kwam?
Ja de tijd vliegt, want in het seizoen ’18-‘19 speelde onze hoofdmacht in de tweede ronde voor de laatste keer thuis tegen de jonge Kasteelheren. Op 1 september 2018 dolf G.V.V.V. het onderspit met 3-4 na een 0-3 ruststand. Bij het tegenbezoek op het Kasteel op 2 februari 2019 namen de mannen van toenmalig trainer, Niek Oosterlee, wel keurig sportieve revanche door met 2-3 aan het langste eind te trekken.
Maar in de twee volgende jaargangen konden uitsluitend de bezoeken aan het Kasteel in Rotterdam doorgaan, waarbij de laatste, vorig jaar op 3 oktober, de eerste wedstrijd was die geheel zonder publiek moest worden gespeeld.
Aan die beide bezoeken hebben de Veense blauwheden goede herinneringen overgehouden. Want na twee afdroog partijen – 5-2 en 4-0 – sinds de beide ploegen elkaar in de Tweede Divisie zijn gaan bestrijden, werd er respectievelijk met 0-1 gewonnen (’19-’20) en met 2-2 gelijkgespeeld (’20-’21), waarbij de gastheren pas in de extra toegevoegde tijd het ene puntje veilig stelden.
Consistent beleid
Toen onze bobo’s in Zeist bij de hernieuwde invoering van de Tweede Divisie in 2016 in al haar wijsheid besloten dat er beloftenteams van bvo’s daaraan toegevoegd moesten worden, was Sparta een van de eersten die van de gelegenheid gebruik maakten om een talententeam daarvoor in te schrijven. En wat iedereen daar toen ook van vond en nog steeds vind, Sparta is wel de bvo die daarin een consistent beleid voerde, want zij zijn met hun beloftenteam de enige die in alle jaargangen vertegenwoordigd waren, en nog steeds zijn. Die aanwezigheid resulteerde in een respectievelijke zevende, elfde, twaalfde, elfde en vijftiende eindpositie in de ranglijsten. Daarmee bewezen de jonge Spartanen, in tegenstelling tot hun bloedbroeders van andere bvo’s, veel meer te zijn dan een eendagsvlieg.
Dat Jong AZ via het kampioenschap promoveerde was logisch, maar FC Twente, Vitesse en Almere City FC trokken hun team terug uit deze competitie en/of degradeerden. Dus wat dat betreft alle eer aan de Sparta en het gevoerde beleid en de uitvoering daarvan.
Veel wisselingen van de wacht
Dat er veel spelerswisselingen zijn in zo’n beloftenteam is inherent aan de doelstelling. Echte talenten krijgen de kans in de A-selectie van Henk Fraser. Sven Mijnans, Maduka Okoye en Emanuel Emegha zijn daar momenteel de levende voorbeelden van.
Of als de leeftijd van 23 gepasseerd is en ze niet meer speelgerechtigd zijn en niet doorstromen zoeken ze hun voetbalheil elders. Ook gebeurt dat tussentijds natuurlijk met spelers die het niet redden om de hoofdmacht te halen. Eerste- Tweede- en Derde Divisie verenigingen plukken dan de vruchten van het opleidingstraject dat ze hebben doorlopen in Rotterdam.
Enkele voorbeelden daarvan zijn: Joshua Sanches (TOP Oss), Bradly van Hoeven en Ilias Alhaft (Almere City FC), Deroy Duarte (Fortuna Sittard) Ibrahim Dervisoglu (Galatasaray) Lorenzo van Slimming (DVS ’33), Youri Winter (Noordwijk) en Kevin Ringeling (Excelsior Maassluis).
Dat de talentvolle Marouane Afaker, momenteel een van de waardevolste spelers in de Jack’s League met vijf treffers en twee assists, de omgekeerde weg bewandelde is wel logisch, want Sparta heeft een samenwerkingsverband met Excelsior Maassluis. Afaker die bij de Tricolores furore gemaakt had ging eerst nog naar Katwijk, waarna de Rotterdamse club hem oppikte.
Van assistent naar hoofdcoach
Meer bijzonder dan voornoemde spelerswisselingen is het feit, dat zolang Jong Sparta in de Tweede Divisie speelt, ook al vijf verschillende hoofdtrainers voor de talentengroep stonden. Begonnen werd met Ole Tobiasen, die na één seizoen het dirigeerstokje overdroeg aan Frank van Kempen. Die op zijn beurt werd opgevolgd door Jeroen Rijsdijk die daarvoor met Excelsior Maassluis flink aan de weg had getimmerd. Toen Rijsdijk de lokroep van Almere City FC niet kon weerstaan werd Nourdin Boukhari, die in zijn actieve voetloopbaan ca. 120 duels voor de hoofdmacht van de Kasteelheren had gespeeld, en al eerder assistent- en spitsentrainer was, de logische nieuwe keuzeheer. Boukhari werd In de rug gesteund door Nico Jalink, een ex-prof met bijna 500 duels, waarvan 130 voor Sparta, betaald voetbal op z’n cv.
Boukhari heeft ondertussen ook weer een stapje omhoog gemaakt in de hiërarchie en is nu assistent van Henk Fraser. Dit gaf Sparta de mogelijkheid de tweede assistent-trainer Geert Arend Roorda, voormalig profspeler bij Heerenveen, Excelsior Rotterdam, NEC en Sparta, door te schuiven als hoofdverantwoordelijke voor het beloftenteam. Jalink is daarbij ook weer zijn assistent. Dus niet alleen het opleiden van spelers, maar ook van trainers is een duidelijke visie van de oudste betaald voetbalclub van Nederland.
Balans in het voordeel van Jong Sparta
Hoewel we in de inleiding konden melden dat G.V.V.V. in de laatste twee ontmoetingen in Rotterdam geen nederlaag heeft geleden staat daar tegenover dat op het eigen vertrouwde Panhuis in de drie tot nu toe gespeelde wedstrijden niet kon worden gewonnen. Naast de al voornoemde 3-4 nederlaag eindigde de allereerste ontmoeting in Veenendaal in een 1-3 winst voor onze gasten. En tussendoor in jaargang ’17-’18 werden de punten gedeeld door een 2-2 gelijkspel. Al met al is de totale balans, met 2x winst, 2x een draw en 4x verlies, nog steeds in het voordeel van de ‘jonkies’ uit Rotterdam.
En met de vorm waarin zij nu verkeren, want als enige van alle 18 deelnemers aan deze Jack’s League hebben ze nog geen duel verloren en tevens met 14-6 het allerbeste doelsaldo, wacht G.V.V.V. een team met toppers in de dop die ook nog eens in de winning mood verkeren.
Zelfvertrouwen waarmaken?
Gelukkig kregen de pupillen van trainer Jochem Twisker in de doordeweekse KNVB beker wedstrijd hopelijk een positieve boost. Hoewel er 120 minuten spelen voor nodig waren om derdedivisionist VVOG uit Harderwijk op de knieën te krijgen (3-1), was het prettig om te zien dat na een zeer matige eerste helft toch de knop werd omgezet en we ouderwets knokkend G.V.V.V. te zien kregen wat streed voor iedere meter grond om maar een goed resultaat te behalen. Zeker toen in de verlenging bleek dat het conditioneel ook prima in orde was en daardoor de druk bleef aanhouden op het vijandelijke doel, met het bereiken van het hoofdtoernooi van de ‘grote beker’ als beloning.
Het wedstrijdverslag repte in de kop over het tanken van zelfvertrouwen en dat zal nu ook in de praktijk waar moeten worden gemaakt.
Hels karwei
Maar dat dit voor de thuisploeg een hels karwei gaat worden om aan de balans enig tegengewicht te gaan hangen, zal voor iedere aanhanger van de Veense blauwkousen duidelijk zijn. Temeer omdat Jong Sparta ook afgelopen dinsdagmiddag nog maar eens bewees in bloedvorm te verkeren. Het oefenpotje op het Kasteel tegen FC Eindhoven O21 werd met 6-1 gewonnen, waarbij de topscorer Marouane Afaker wederom tweemaal doel trof en zijn collega Pepijn Doesburg, die er in de competitie ook al drie gemaakt heeft, zijn voorbeeld volgde.
Laatstgenoemde speler heeft de voetbalgenen niet van een vreemde overgenomen, want bijna iedere voetballiefhebber weet dat de naam Doesburg en Sparta nauw met elkaar verbonden zijn. En dan hebben we het natuurlijk over de befaamde doelman Pim Doesburg (77) die maar liefst 471 wedstrijden speelde voor de Kasteelploeg en ook nog eens 216 voor PSV. Bij elkaar opgeteld dus 687 Eredivisie duels en daarmee heeft de in november 2020 overleden goalie nog steeds het record in handen van meeste wedstrijden op het allerhoogste niveau in Nederland. Pepijn is zijn kleinzoon, maar in tegenstelling tot zo’n opa, die treffers moest voorkomen, heeft hij doelpunten maken tot kunst verheven.
Het is dus aan G.V.V.V. om deze twee goalgetters, en natuurlijk ook al hun voetbalmaatjes, in toom te houden en daar dan zelf minimaal een treffer tegenover te stellen om zo de mogelijke eerste driepunter te behalen. Maar als dit niet zou lukken dat moet er na negentig minuten spelen in ieder geval minstens kunnen worden gezegd dat het strijdend ten onder is gegaan, of hopelijk nog beter dat er een punt is overgehouden, tegenover een vooraf hoger ingeschatte opponent.
De wedstrijd op het sportpark Panhuis begint om 14.30 uur en zal onder leiding staan van Dhr. S. Dröge (Zuidlaren), die langs de lijn zal worden geassisteerd door Dhr. J.J. van der Ley en Dhr. M. Winckens. Vierde official is de Dhr. E. van der Vaart.