Elke vrijdag zet de club een vrijwilliger op een voetstuk, in de rubriek ‘Vrijwilligers Vrijdag’. Deze week Frank Gemmink. De 54-jarige is beveiliger op de wedstrijddagen van het eerste elftal.
Gemmink is al 36 jaar vrachtwagenchauffeur, maar wilde een aantal jaar geleden iets anders gaan doen. “Acht jaar geleden heb ik de opleiding Beveiliger 2 gevolgd. Ik wilde eens wat anders proberen. Uiteindelijk heb ik daar niet mijn werk van gemaakt, maar ik kan nu wel de beveiligerstaken bij G.V.V.V. uitvoeren.”
Vertrouwen en hechtheid
Zelf heeft Frank ook gevoetbald. “Ik had twee linkerbenen, dus je moet er niet veel bij voorstellen.” Later kwam hij weer bij de club terecht door zijn kinderen. “Mijn zoon ging voetballen. Toen werd ik leider van zijn team. Ik vond het erg leuk om op zaterdag met de jongens op pad te gaan.”
Een aantal jaar geleden kwam Frank Gemmink bij het beveiligersteam terecht. “Ik was al een paar keer gevraagd. Toen ik mijn papieren haalde heb ik één dag meegelopen en was ik gelijk om. Ik werd gelijk geaccepteerd in de groep. Daarnaast is er veel vertrouwen in elkaar en is de groep erg hecht. Ik had er daarom gelijk een goed gevoel bij. Nog steeds heb ik het erg naar mijn zin. Op de zaterdag laad ik mijn batterij op voor de week die komen gaat. G.V.V.V. is dus mijn oplader.”
Alles onder controle
Gemmink heeft voor de zaterdagen waarop het eerste thuis speelt, een routine ontwikkeld die op vrijdagavond al begint. “Op vrijdagavond zet ik de palen neer voor de bussluis, zodat niemand daar op zaterdagochtend parkeert. Zaterdags kom ik dan rond een uur of 12 op de club en controleer ik of de palen er nog staan. Om 13 uur komt de bus van de tegenstander en die vang ik op. Later help ik ook de scheidsrechters aan een parkeerplek. Als alle hoofdrolspelers van die middag binnen zijn, ga ik bij de kassa staan zodat ook daar alles goed verloopt.”
Nu het voetbal eindelijk weer begint, merkt Frank Gemmink wel dat er weer een aantal beveiligers extra nodig zijn. “Tijdens de coronacrisis zijn er een aantal mensen gestopt. We zouden er graag weer een aantal mensen bij krijgen.”