Quincy Veenhof had zaterdagmiddag met zijn ploeg voor de vierde keer na de winterstop een doelpuntloos gelijkspel toegevoegd aan het totaal. ‘We mochten hier eigenlijk ook niet winnen.’
Na een goede eerste helft, was G.V.V.V. het kwijt na rust. Was een punt dan prima? “Nee, ik ben erg teleurgesteld met het resultaat”, sprak Veenhof kort na afloop. “Denk wel dat als we hadden gewonnen dat het niet terecht was geweest. We hebben het zelf niet goed uitgespeeld. We mochten hier eigenlijk ook niet winnen. Kregen nog wat kansen, zij ook nog. Het zat er niet in voor ons vandaag.”
Met twee goede mogelijkheden leek de lange spits zaterdagmiddag het meest dichtbij de titel ‘matchwinner’, maar zijn kansen werden onschadelijk gemaakt. “De bal kwam iets achter me, maar ik kon wel in een keer schieten. Ik denk ik schiet hem rechts onderin de hoek. De verdediger blokte de bal twee keer. Dat is dan jammer. Ik had hem zelf natuurlijk graag gemaakt. Hij verdedigt hem goed. Misschien had ik hem wel moeten maken voor de wedstrijd voor ons, maar dat zat er dus ook niet in.”
‘Betere kansen voor elkaar krijgen’
“Waarom het zo moeizaam ging? Ik denk dat wij de eerste helft best prima speelden. Wij kregen aardig wat kansen. Als we het af en toe beter uitspelen kunnen we een betere kans voor elkaar krijgen. Dan kom je de kleedkamer uit en speel je een hele slechte tweede helft.”
Veenhof wilde daarbij niet wijzen naar andere oorzaken. “Omstandigheden kun je natuurlijk de schuld geven. Het veld is niet wat we gewend zijn. Ik denk ook dat we niet meer voetbalden in de tweede helft. Zij zetten wat hoger druk. Dan maak je het jezelf moeilijk en voetbal je niet meer. Lange ballen en dan krijg je een heen-en-weerspelletje.”
‘Daar moeten we echt scherper in zijn’
“Dat is denk ik niet hoe wij willen spelen. Wij moeten dominant zijn, rond de zestien komen te voetballen en via de zijkanten acties maken. Dat hebben wij de tweede helft totaal niet gedaan. Nu was het kick-and-rush en beukvoetbal. Ik denk dat wij het vaker meemaken dat wij meegaan in het spel van de tegenstander. Daar zullen we zelf toch echt wat scherper in moeten zijn, dat we ons eigen spel blijven spelen. Gewoon echt de bal van voet naar voet om kansen te creëren.”
Hij keek daarbij ook naar zichzelf: “Niet op de lange bal gaan hopen, dat is ook niet hoe wij willen spelen. Natuurlijk ben ik lang en groot en kan ik de bal vasthouden, maar dat lukt ook niet altijd. Dus dan maak je het jezelf lastig en krijgen zij hoop. Druk op de verdediging en zij krijgen een paar kansen. Ik ben er zelf veel mee bezig dat ik de bal bij mij moet houden en een rustpunt moet zijn voor het team.”
‘Moet op dit niveau gebeuren’
“Zelf moet ik in de zestienmeter natuurlijk beter zijn en meer rendement halen. Niet ten nadele van het niveau, maar ik vind dat het op dit niveau wel moet kunnen en moet gebeuren. Ik denk dat ik persoonlijk vooral in de eerste helft de bal goed bij mij hou en daar een meerwaarde kan zijn voor het team. Nu nog het rendement.”
De remise van ACV was voor Veenhof dan weer een klein lichtpuntje: “Daar komen wij misschien goed weg. We moeten nog steeds hopen op een slippertje van hun en dan eroverheen klappen.”
