De jongste BVO, ook nog afkomstig uit de jongste provincie van ons land, heeft in haar korte geschiedenis al aardig wat roerige tijden gekend. Maar als er tegen de tijd dat Almere City FC een halve eeuw oud wordt een jubileumboek zal verschijnen, dat staat jaargang ’22-’23 daar ongetwijfeld goudomrand in. Want de hoofdmacht van Flevolanders bereikte de Eredivisie, en het talententeam de Tweede Divisie. Dus twee vliegen in een klap.
Jongste jongetje
Gastheer FC Lisse was afgelopen zaterdag een qua leeftijd – ontstaan in 1981 uit een fusie – een in verhouding tot de vele andere concurrenten, zeer jonge tegenstander. Maar het kan nog jonger. Want aanstaande zaterdag komt de jongste loot aan de Nederlandse (betaald)voetbalstam een bezoek brengen aan het sportpark Panhuis.
Officieel is de betaald voetbal organisatie Almere City FC opgericht op 1 juli 2005 en het talententeam, beter bekend onder de naam Jong, daarvan is sinds dit seizoen weer teruggekeerd in de Tweede Divisie.
Natuurlijk weten de echte kenners dat er een hele voorgeschiedenis aan vooraf ging, met namen als FC Omniworld, Sporting Flevoland en Zwarte Schapen voordat Almere City haar beslag kreeg. En dat de oorsprong zelfs nog veel verder terugging en in onze hoofdstad lag, via roemruchte namen als DWS en FC Amsterdam.
Hoewel dus Amsterdamse roots, niet zo gek natuurlijk omdat Almere halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw uit de grond werd gestampt om opvang te bieden aan die groeiende hoofdstad, houden we het er toch maar op dat het huidige Almere City FC een eigen entiteit is, die de tienerleeftijd nog niet is ontstegen en daarmee absoluut het jongste jongetje van de klas.
Goede leerschool
Met de komst van Tweede- en Derde Divisie in 2016 besloot de leiding van de profclub om haar ‘Jong team’, niet meer in de onderlinge beloftencompetities te laten spelen, maar de keuze te laten vallen op de strijd met de gevestigde amateurclubs. En dus maakte Jong Almere City FC in 2016 haar debuut in de Derde Divisie. Die keuze was geen onverdeeld genoegen voor de talenten van de Almeerse voetbalploeg. Op het nippertje kon de nacompetitie worden ontlopen, want met een veertiende plek eindigde men precies boven de fatale streep.
Maar dat soort ontmoetingen met de gerenommeerde namen uit het zaterdagvoetbal bleek wel een zeer goede leerschool, waarvan de lessen ook nog eens direct in de praktijk werden waargemaakt.
Toetje
Want het jaar daarop werd het seizoen nog wel gestart met een nederlaag, maar daarna volgden 13 ongeslagen partijen op rij. Met ook slechts twee wedstrijden onbeslist en de rest alleen maar driepunters. Daarmee manifesteerde Jong Almere City FC zich als een levensgrote verrassing. Deze ondubbelzinnige succesreeks leverde de ploeg ook de eerste periodetitel op voor de neus van de latere kampioen Spakenburg.
Jammer genoeg kon die meer dan uitstekende vorm kon niet worden vastgehouden, maar met de uiteindelijke vierde plek in de eindrangschikking achter Spakenburg, Scheveningen en DVS ’33 spraken de Jonge Almeerders een uitstekend woordje mee, en was de strijd om het toetje, beter bekend als nacompetitie, ook veilig gesteld.
Promotie
Tegen zondag periodekampioen UNA werd het een superspannende aangelegenheid, want zowel de thuis- als de uitwedstrijd eindigde in 1-1. Verlenging in Veldhoven bracht ook geen beslissing en dus kwam het op strafschoppen aan. Daarin mistte de thuisploeg maar liefst driemaal en de jonkies van Almere niet, waardoor de penaltyreeks met 1-3 werd gewonnen en dus een finale wedstrijd volgde tegen JVC Cuijk wat FC Lisse had geëlimineerd.
Daarin lieten de Almeerders geen twijfels bestaan over wie de promotie het meest verdiende. Bij buurman SC Buitenboys – in het eigen stadion werd op dat moment de kunstgrasmat vervangen door echt gras – werden de Brabanders met 2-1 geklopt, en in Cuijk werd het drie dagen later zelfs 1-3. Een uitermate knappe prestatie van de jonge Flevolanders.
Degradatie
Maar dat een divisie hoger spelen geen sinecure is ondervonden de talenten van Almere City FC in seizoen ’18-’19 aan den lijve. Met een flink gewijzigde selectie, dat is nu eenmaal de consequentie van zo’n leerschool omdat de spelers aan een leeftijdscategorie gebonden zijn, kon dat seizoen de gevarenzone niet worden ontweken.
Op instigatie van de amateurclubs was de KNVB overstag gegaan om het aantal beloftenteams in ’19-’20 terug te brengen tot een maximum van twee. Dat betekende dat het laagst eindigende ‘Jong Team’ sowieso een stap terug moet doen ongeacht de positie op de ranglijst als die tussen plek 10 t/m 16 uitkwam. Tevens werd in Zeist besloten dat er in ’20-’21 geen deelname aan de Derde Divisie zou volgen voor die talententeams van BVO’s.
Onze gasten eindigden toen op plek 16 en dat betekende terugkeer naar de Derde Divisie en Jong FC Volendam mocht die plaats overnemen op het hoogste platform.
Stuivertje wisselen
In het onderbroken eerste (Covid19) seizoen eindigde Jong Almere in de Derde Divisie in de middenmoot en moest daarna dus verplicht terugkeren naar de nieuw opgerichte O21 competitie van de KNVB. Die start in ‘20’-’21 daarin duurde maar heel kort omdat het virus nog steeds was uitgeraasd, maar met nieuwe ronde, nieuwe kansen in ’21-’22 zette Almere City O21 gelijk een mijlpaal door zich als allereerste kampioen te kronen van deze nieuwe competitie. Hiervoor was wel een beslissingswedstrijd nodig tegen najaarskampioen Feyenoord O21.
Op het trainingscomplex Varkenoord van de Rotterdammers wonnen de jongemannen van toenmalig trainer Hedwiges Maduro met 0-1. Maar daarmee waren de aanstormende talenten uit Almere nog niet terug in de Tweede Divisie. Want de zeer ingewikkelde reglementen van de bobo’s uit de Zeister bossen wezen uit dat er tegen Jong FC Volendam, dat als elfde was geëindigd, alsnog een tweeluik gespeeld moest worden om handhaving of promotie.
De Oranjehemden redde het vege lijf door een 3-0 thuiswinst en een 1-0 verlies in Almere.
Dat het kampioenschap bij de O21 geen toevalstreffer was van Jong Almere City bewezen ze vorig seizoen, want onder leiding van Anoush Dastgir, nu rechterhand van Alex Pastoor bij de hoofmacht, werden zij opnieuw overtuigend kampioen in de O21 competitie. Nu kon, wederom Jong FC Volendam, geen roet in het eten gooien want de wijdbroeken eindigden op een rechtstreekse degradatie plaats in de Tweede Divisie. Dus werd het direct stuivertje wisselen geblazen en keerde Jong Almere City terug in de Tweede Divisie.
Foutje, bedankt
Door het doorschuiven van Dagstir moest er ook weer een nieuwe oefenmeester worden gevonden. Het werd Danny Schenkel, voormalig prof van o.a. Sparta, Telstar en Willem II. Als oefenmeester staan BFC, Zwaluwen Vlaardingen, Ajax Vrouwen en de jeugd van Sparta op zijn cv. Met Schenkel als oefenmeester zullen de jongelingen uit de Flevopolder gaan proberen om zich nu wel te handhaven op hoogste echelon, want dat is het ultieme doel, maar alles meer is zeker niet verboden. Momenteel voldoen onze gasten aan die doelstelling met plek 15. Maar hadden daarbij ook nog eens de pech dat er vier veroverde punten pas geleden door de neus werden geboord. Een zeer knullige administratieve fout van de KNVB is daar de oorzaak van. Zij waren de vergeten de juiste peildatum voor de spelers die deel mogen nemen aan de Tweede Divisie door te geven aan de clubleiding. Daardoor had Almere City, geheel ter goeder trouw overigens, in de duels tegen FC Lisse (1-1) en Jong Sparta (1-0) een speler in de selectie opgenomen die te ‘oud’ was.
Een Salomons oordeel van de tuchtcommissie bepaalde dat beide duels in z’n geheel overgespeeld moeten worden en dat scheelt dus op voorhand vier winstpunten. Nu moeten onze gasten maar afwachten of ze die op 21 november tegen Jong Sparta, en op 10 februari tegen FC Lisse, alsnog aan het totaal kunnen toevoegen.
Dat is typisch iets van ‘foutje bedankt’, maar niet heus, want Almere City is in deze vervelende kwestie het grootste kind van de rekening.
Vertrouwd eigen huis
Het enige voordeel is dat de Flevolanders die beide inhaalduels op eigen vertrouwde grond gaat spelen, Want juist daar werden bijna alle veroverde acht punten behaald. Met winst van 3-1 op ACV, en afgelopen zaterdag 2-0 tegen Quick Boys, als opvallende prestaties. Op vreemde bodem werd tot nu toe één mager puntje bij elkaar gesprokkeld door bij Noordwijk, de huidige ‘kampioen’ gelijke spelen met zes stuks, ook met 0-0 te eindigen.
Daarmee lijkt er begin gemaakt te zijn van de herhaling van de geschiedenis. Want bij het debuut van de rood-zwarte formatie in deze divisie in jaargang ’18-’19 was er ook een zeer opvallend verschil te noteren tussen de thuis- en uitwedstrijden. In Almere werden toen uit 17 duels 24 punten veroverd, buitenshuis slechts 4 uit hetzelfde aantal ontmoetingen.
In evenwicht
Aanvoerder Taoufik Adnane c.s. hopen natuurlijk dat onze gasten datzelfde stramien voortzetten door buitenshuis verliespunten te blijven scoren. Maar daar kunnen ze zelf het meeste aan doen door zich niet te laten verrassen door b.v. Tijmen Wildeboer en Layee Kromah, die beide topscorers van Almere zijn, met ieder vier treffers. Vooral eerstgenoemde heeft al een aardige reputatie opgebouwd door er vorig seizoen in de O21 competitie 17 in te schieten of te koppen. Ook teammaatje Jeffrey Puriël, die nu nog op nul staat, maakte er slechts eentje minder, en Kromah deed met acht treffers toen ook een flinke duit in het doelpuntenzakje.
Kortom collega captain Guus Beaumont c.s. weten prima van wanten aan de zogenaamde ‘voorkant’.
Maar natuurlijk hopen alle blauwe fans, en uiteraard de Vink pupillen zelf, op een herhaling van zetten van de allereerste competitie ontmoeting op 15 september 2018, toen G.V.V.V. uiteindelijk met 4-2 won. Na een 3-0 voorsprong, net voor de thee verkregen, toonde Almere City wel aan over veerkracht te beschikken. Want na de pauze stond het binnen de kortste keren 3-2 en was het oppassen geblazen voor de gelijkmaker. Die bleef uit en pas in de blessuretijd maakte Sherwin Grot aan de onzekerheid een einde. De uitwedstrijd in Almere, vijf maanden later, bevestigde het beeld dat City vooral thuis de punten pakte, want daarin namen ze met 2-0 revanche voor de nederlaag in Veenendaal.
Altijd lastig
Maar goed, dat was het verleden, van veel recenter datum is het onderlinge treffen in de oefenperiode voorafgaand aan deze competitie jaargang. De jonge Almeerders brachten toen ook een bezoek aan het Panhuis als generale repetitie voordat de ouverture plaatsvond. Het werd al met al een redelijk spectaculaire wedstrijd met een spannend scoreverloop.
Bradly van Hoeven, het lijdend voorwerp in de leeftijdskwestie, die dus komende zaterdag zijn doelpuntenkunstje niet zal kunnen herhalen, opende al zeer snel de score voor de bezoekers. Maar binnen het kwartier bracht G.V.V.V. orde op zaken door goals van Leroy George en Quincy Veenhof. Nog voor de helft van het eerste bedrijf was aangebroken hadden de bezoekers de stand alweer gelijk getrokken, met als ‘dader’ Layee Kromah. De 2-2 was ook de ruststand.
Met een aantal wissels was de ploeg van Vink in het tweede deel wel wat dominanter, maar bleef het ook oppassen voor uitbraken van Almere City. De huidig gedeeld topscorer, samen met Justin Spies, Ilias Latif (ieder 4 treffers), die ondertussen af vijf weken buitenspel staat vanwege een voetblessure, lobde een kwartier voor tijd de 3-2 binnen en leek daarmee de eindstand te hebben bepaald. Maar opnieuw toonde de Schenkel pupillen aan over de benodigde vitaliteit te beschikken en het was Stan ter Haar die een minuut voor tijd de 3-3 eindstand bepaalde.
Al met al hebben de beide kemphanen elkaar tot nu toe exact in evenwicht gehouden in de drie voorgaande ontmoetingen dus op basis daarvan valt er nauwelijks iets te voorspellen. Wel is het zo, dat de in de titel genoemde beschrijving ‘altijd lastig’, dit keer geen ironische ondertoon heeft, maar echt serieus is. Want van de in de totaal 23 gespeelde duels in de Tweede Divisie tegen beloftenteams, wisten onze favorieten er vijf te winnen, was er 4x een puntendeling, en moest er dus 14x het onderspit worden gedolven.
De wedstrijd G.V.V.V. – Jong Almere City FC die om 14.30 uur aanvangt zal onder leiding staan van scheidsrechter Dhr. L. van Leeuwen uit Haarlem die langs de lijn zal worden geassisteerd door Dhr. J.A. Koornneef en Dhr. R. Janssen. Vierde official is Dhr. L.W. van Zuijlen.